Australie Groot Barriere Reef - Reisverslag uit Londen, Verenigd Koninkrijk van PietenTini - WaarBenJij.nu Australie Groot Barriere Reef - Reisverslag uit Londen, Verenigd Koninkrijk van PietenTini - WaarBenJij.nu

Australie Groot Barriere Reef

Door: Piet en Tini

Blijf op de hoogte en volg

17 Maart 2011 | Verenigd Koninkrijk, Londen

In Caerns hebben onze wegen zich gesplitst. Tini ging met de andere de stad in en het achterland bekijken, Frenk, Heleen en ik zijn op de motor-catamaran gestapt om, met nog zo'n honderd Balmoralklanten naar het Reef te varen, wat zo'n rtwee uur uit de kust ligt. Het was een beetje winderig, maar verder prachtig weer. 32 graden boven water en het zeewater was zo'n 28 graden, dus al met al best uit te houden.We kwamen aan bij een groot ponton, wat permanent boven het rif was verankerd. Het groot Barriererif is een verhaal apart. Het zijn smalle richels koraal, honderden kilometers lang, voor de Australische Oostkust. Voor het ontstaan moeten we eventjes terug in de tijd, zo'n dertigduizend jaar ongeveer. Toen was het ijstijd en de aarde was veel kouder. De noordelijke gebieden van Amerika, Europa en Azie lagen onder een gigantische ijskap. Ook het zuidelijk deel van Zuid Amerika was met ijs bedekt. Doordat er zoveel water in de vorm van ijs, op de landmassa's werd vastgehouden, was het waterpeil van de oceanen veel lager dan nu. De kuststreek waar nu het rif is, lag maar net onder water. En omdat Australie dor en droog was, stroomden er geen rivieren in zee. Koraal kan alleen maar groeien in zuiver en helder zeewater. Rivierslib is dodelijk. Dus de omstandigheden waren hier aan de oostkust ideaal voor deze bijzondere onderwaterplantjes. Dood koraal versteend, het zijn scherpe rotsen, en op het dode koraal groeit telkens weer nieuw tot net onder het wateroppervlak. Toen de aarde weer warmer werd en het einde van de ijstijd naderde, smolt uiteraard ook de ijskap op de kontinenten en begon het zeewater te stijgen. Het koraal moest dus blijven groeien om net onder het wateroppervlak te blijven, in het warme zonlicht. Zo zijn in de loop der eeuwen deze koraalriffen ontstaan. Het rif is de schrik van iedere schipper, die er niet bekend is. De versteende richels zijn kilometers lang, komen stijl uit zee omhoog en blijven dan heel stiekum tot net onder het wateroppervlak, zodat ze slecht zichtbaar zijn. Ze hebben al heel wat scheepsrampen veroorzaakt. Voor de vissen echter is het rif ideaal. Veel voedsel, beschutting tegen de stroming en bescherming in de talloze openinen en kloven. Ook voor de sportduiker als Frank, en de eenvoudige snorkelaar als ik, bestaat er niets mooiers. Je zweeft als het ware boven een futuristische tuin, war alles het hele jaar door in volle bloei staat. Het kanaal heeft de extreemste vormen en kleuren. Soms als felrode bossen in de vorm van kleine vetplantjes, dan weer als een wuivend korenveld, dan weer ligt er een ring van helderblauwe zwammen en soms is het alsof er hertengeweien uit de rotsen steken. Het is zo fascinerend, dat het moeilijk te beschrijven is, het heeft iets spookachtigs en je moet er soms aan voelen om je te realiseren dat het echt is. Het is rubberachtig zacht en alles is afgerond.Ook liggen er grote schelpen tussen van zo'n halve meter doorsnee, met een mooie gegolfde kartelrand en ze staan helemaal open. Maar men heeft ons gewaarschuwd, je hand er niet in te steken, dan klappen ze dicht, want ze kennen geen verschil tussen een hand en een visje! Daartussen krioelt het van alle soorten vissen. Het grote verschil is, dat als je boven water bent, de vis bang is van de mens, maar onder water is daar niks meer van te merken, ze zijn hardstikke brutaal!!!! Als je ze wilt aanraken schieten ze even weg, maar komen gelijk, nieuwsgierig weer terug!!!! Er was een meisje, een zeebiologe bij de crew. Ze was met professionele filmapparatuur onderwateropnames aan het maken. Ook van haar lampen bleken de vissen niet bang te zijn. Ze had voer in haar hand, het leken slierten spaghetti. Een grote zeeschildpad was daar zo gek op dat hij haar als een schoothondje achterna zwom en uit haar hand kwam eten. Ik volgde dit tafereel en plotseling zag ik uit mijn ooghoeken een groet donkere schaduw aankomen. Het was een gigantische napoleonvis, een dikbuik van wel een meter lang en hij wrong zich tussen mij en de schildpad, hij vond blijkbaar dat hij aan de beurt was om van die jongedame spaghetti te krijgen. Een zandhaai (niet gevaarlijk) ze worden maar anderhalve meter lang draaide onder ons zijn rondjes, hij nam genoegen met de kruimeltjes. Onder die napoleonvis zag ik iets raars. Het was een klein visje wat vast onder zijn buik bleef zwemmen. Een z.g. loodvisje. het schijnt hem te waarschuwen voor gevaar, leeft van de parasieten die op zijn lijf groeien, en knabbelt de etensresten tussen zijn tanden uit. Frank vertelde dat, als je onderwater je inflater uit je mond haalt en je tanden laat zien, deze visjes aan je tanden komen knabbelen.Toen we uitgezwommen waren en lekker gegeten hadden, gingen we onder in het ponton naar een zaaltjes met een groot onderwatervenster. Buiten wordt er wat visvoer in het water gegooid en dan krioelt het, voor het venster, van de vissen. Van die biologe hebben we toen uitgebreid uitleg gehad van de vissoorten, welke op deze unieke riffen leven. Al bijal een prachtige ervaring, en het is de eesrte keer dat ik echt spijt had dat ik destijds mijn duikbrevet heb laten verlopen en ik me nu tevreden moest stellen met snorkelen. Na dit avontuur hebben we weer drie dagen gevaren en zijn toen aangekomen op Bitung, een havenplaats op Sulawesi, het vroegere Celebes. Een Indonesisch eiland. En daar was het weer armoe troef. Net gaten in de trottoirs, open riolen, armoedige huisje en een zee van taxibrommertjes. Ook de verkeersregels zijn simpel. Altijd claxoneren en....de sterkte heeft voorrang. Maar hier is weer een uitzondering op en dat heb ik geleerd van de gids van onze Indonesiche rondreis, vijf jaar geleden. Hij leerde ons - Je gaat aan de rand van de weg staan, je kijkt links (ze rijden hier links) en lacht naar de chauffeur, je kijkt rechts en lacht - je begint direct over te steken, lachend natuurlijk. Het is dan alsof de auto's als door een tovenaarshand worden tegengehouden. Iedereen laat je door.
Dat is het grote geheim van dit arme land. Ze lachen, zijn vriendelijk en zijn gastvrij! We hebben met acht man de arme buurt van Bitung, de kampong bezocht. In dit voornamelijk Islamitische land, kwamen we bij een protestants kerkje, wat helaas op slot was. Dat was geen probleem, Vanuit het bijbehorende schooltje werd er iemand op uit gestuurd om de sleutel te bemachtigen en nadat we zo'n half uurtje met de leiding van het schooltje hadden zitten keuvelen, kwam de sleutel boven water en konden we dit eenvoudige maar mooie kerkje bezichtigen. Daarna de kampong in. Het was even wennen want er zijn bijna geen wegen. Alleen gangetjes en paadjes. Alles is volgebouwd met die kleine stenen en houten huisjes met platen van daken van golfplaten. Je moet telkens over open riooltjes heenstappen, bukkend onder wasgoed of een spaarzame fruitboom door. De huisjes staan kriskras door elkaar, je weet niet wat de voor- of achterkant is. Soms sta je ineens in moeders keuken of je kijkt in een wiegje met een baby. Die wordt er dan snel uitgehaald, want samen met hun baby op de foto, dat vinden die moedertjes prachtig. Maar nergens werden die grote witte Blanda's(hollanders) weggestuurd. Overal konden we foto's maken en al die lachende armoedzaaiers vonden ons eigenlkijk best een sensatie. We zijn ook nog op de kampongmarkt geweest. Een van de weinige straatjes was geheel overspannen met stukken zeildoek voor de zon. Daaronder had iedereen in kratjes, of gewoon op de grond zijn koopwaar uitgestald. We kochten een gigantische tros van die kleine, heerlijke banaantjes. Voor omgerekend ....een dollar! En aan het gezicht van het marktvrouwtje te zien, had ze een goeie deal. Meteen daarna met een taxibusje naar de boot gebracht, een klein half uurtje rijden en de kosten waren voor acht man totaal......15.0000 roepia. Omgerekend zo'n vijf dollar. In Bitung komt maar enkele keren per jaar een cruiseschip en misschien is het daarom juist zo'n leuke plaats om aan te doen. Een dag later lager we weer in de volgende haven, Kota Kinabalu op het Maleisisch gedeelte van Borneo. Deze stad is in de Tweede Wereldoorlog door de Japanners geheel verwoest en nu weer opgebouwd en uitgebreid tot een grote stad van 400.000 inwoners waaronder veel chinezen. We zijn hier op een tropische riviersafari geweest op zoek naar krokodillen...geen. Tropische vogels...weinig. En een speciale apensoort de Proboscics, apen met een lange slurfachtige neus....daar hebben we er veel van gezien. En denk je in deze rivierdelta de palmbomen weg, en zet er riet voor in de plaats, dan waan je je weer in de Brabantse Biesbosch. Op Borneo hebben drie staten grondgebied. Indonesie, Maleisie en Brunei en dat sultanaat van Brunei is het andere uiterste, zeker tot in vergelijkring tot de arme Indonesische plaatsen op dit eiland. Dit kleine staatje is namelijk schathemeltje rijk! Hier hebben ze namelijk iets in zee gevonden waar de hele wereld om zit te springen.... OLIE !!! Het vervolg komt meteen hierachter maar de pagina van de weblog was vol dus....verder lezen......

  • 17 Maart 2011 - 12:33

    Janine:

    Sjeezus pap, wat een gaaf verhaal van dat duiken. Foto's op het internet gooien mag dan te ingewikkeld zijn, maar je hebt toch hopelijk wel gewoon ouderwets foto'g gemaakt hè?

  • 17 Maart 2011 - 17:00

    Mieke M.:

    Wederom súper verhaal! Maar waar ik benieuwd naar was....hebben jullie nog iets meegekregen van de Tsunami in Japan? :)

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Actief sinds 11 Dec. 2010
Verslag gelezen: 308
Totaal aantal bezoekers 61608

Voorgaande reizen:

04 Januari 2011 - 23 April 2011

Onze Wereldreis

Landen bezocht: